Zondag 10 augustus 2025 - 19e Zondag door het jaar

1e lezing: Wijsh.18,6-9
Tussenzang: ps.33,1.12.18-20.22
2e lezing: Hebr.11,1 2.8-19 of: 8-12
Evangelie: Lc.12,32-48 of: 35-40
Leven in geloof
Denken aan de dood doen wij mensen niet graag. Velen leven heel behaaglijk volgens de leus van de bekende Griekse filosoof Epicurus: "De dood hoeft niemand vrees in te boezemen. Want, als hij er is, dan ben ik er niet meer en zolang ik er ben, is hij er niet." Geloven dat er na dit leven niets is, is van alle tijden. Het kan ook anders. "Sterven is het lot van iedere mens en wat dat betreft een klein kunstje. Maar kúnnen sterven, dat is de hoogste levenswijsheid", zegt de Deen Sören Kierkegaard.
Kunnen sterven, dat is wat er in het evangelie wordt bedoeld met: “Wees bereid, want de Mensenzoon komt op het uur waarop ge het niet verwacht... Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van de Heer.” Christenen zouden zich niet angstig mogen gedragen ten overstaan van de dood, want wie gelooft zal met Christus verrijzen. Christenen die bang zijn voor de dood en het thema angstvallig verzwijgen, zijn een anti-getuigenis van onze godsdienst, die immers niets anders wil zijn dan hoop voor de sterfelijke mens, hoop op het eeuwige Pasen, door de dood heen naar de verrijzenis ten leven.
Die hoop, daar spreekt de tweede lezing over: “Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen; het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen.” Hoe waar is dit! Zonder een rotsvast geloof is het perspectief van een zalige dood natuurlijk helemaal niet zalig. Als je twijfelt aan de belofte dat het de Bruidegom is die je komt halen, omdat je misschien nog denkt dat het magere Hein is die alleen maar toekomst wegneemt, in plaats van de Heer die toekomst geeft; dan is het inderdaad maar beter om te leven volgens het adagium van de heidense Griek.
Maar de dood recht in de ogen kijken en zeggen: ik zorg dat de lamp brandt en Hij is welkom. Christus, mijn Hoop en mijn Verrijzenis, ik heb altijd op Hem vertrouwd, en áls Hij dan komt laat ik Hem vol vreugde binnen. Dat is ware levenswijsheid. Dat kun je alleen maar als je gelooft zoals Abraham, als je leeft in geloof, in de hoop dat Christus de doden ten leven zal wekken.
De enige manier om de lamp zo brandend te houden en de lendenen omgord is door iedere dag opnieuw in geloof alvast te sterven, af te sterven aan wat je zelf wil. De dood maakt angstig als je méér wilt meenemen dan geloof, hoop en liefde. Abraham offerde zijn zoon, alles wat hij had, zijn hele veelbelovende nageslacht. En omdat hij zo afstierf aan zijn eigen perspectieven, wist God dat Abraham het ernstig meende met zijn geloof. En uit de dood heeft hij, om zo te zeggen, zijn zoon teruggekregen, besluit de tweede lezing. Als wij ook zo ernstig iedere dag afsterven, is het leven veel vrijer, want alles is gratis, genade. We krijgen er nu al een soort nieuw leven voor terug, vrij van angst en zorgen om wat toch niet in eeuwigheid blijft.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie