Zondag 17 augustus 2025 – 20e Zondag door het jaar

Geplaatst op: 09-07-2025
Alt Text

1e lezing: Jer.38,4 6.8-10  
Tussenzang: ps.40,2-4.18
tweede lezing: Hebr.12,1-4  
Evangelie: Lc.12,49-53  

 

Teken van tegenspraak

We horen in de lezingen niet over een mooie wereld van liefde en vrede, maar over vervolgingen en lijden, als we voor ons geloof uitkomen. Ja, Jezus zegt zelfs: Ik ben geen vrede komen brengen, maar verdeeldheid. Wat moeten we daar nu van denken? Jezus predikte toch steeds: heb elkaar lief, zoals Ik jullie heb liefgehad?

Het gaat in de lezingen over de uitwerking die onze gelovige houding vaak op onze omgeving heeft, niet over de bedoeling van onze gelovige houding. Het is niet ons doel verdeeldheid te zaaien, maar het is soms wel een heel vervelend bijkomstig effect. In de eerste lezing horen we hoe Jeremia wordt behandeld, omdat hij een onwelgevallige Godspraak van de Heer heeft overgebracht aan de koning. De edelen rondom de koning willen niet naar dit woord van God luisteren, maar willen Jeremia als de boodschapper liever ter dood brengen. De koning weet hem op het laatst nog te redden.

Jezus kwam een boodschap brengen van liefde voor God en de naaste, maar dit was geen gemakkelijke boodschap, en zeker geen zoetsappige. Je mag niet zelfgenoegzaam zijn, tevreden met je doen en laten, maar je moet je oog richten op de noden van anderen. En Jezus’ boodschap schokt dan ook de Schriftgeleerden en de priesters, die menen dat ze het allemaal zo goed doen. Hij wijst hen erop dat sommigen wel braaf offeren in de tempel, maar geen zorg dragen voor de armen onder hen. En ze werden helemaal woedend toen Hij hen vergeleek met witgepleisterde graven: van buiten mooi, van binnen rot. Aan het kruis met Hem!

Als je je mening geeft, je geloof uitdraagt, voor de waarheid en de rechtvaardigheid opkomt, als je het opneemt voor de armen en verdrukten, word je een teken van tegenspraak, en is soms het effect verdeeldheid. Zelfs binnen je vrienden- en familiekring zal men je niet altijd begrijpen en je afwijzen. Dat kan ons soms beangstigen en ervoor doen kiezen onze mond maar te houden. Ook Jezus was bang voor de consequenties van zijn prediking: “Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe gekweld voel Ik Mij totdat het volbracht is.” En zelfs nog vlak voor zijn lijden en sterven, op de avond voor Goede Vrijdag, vraagt Hij in doodsangst in de Hof van Olijven: “Vader, laat deze kelk aan Mij voorbijgaan.” Maar meteen daarop zegt Hij: “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede.”

We hoeven gelukkig niet allemaal ons bloed te geven voor onze overtuiging. Maar we moeten wel bereid zijn tegenstand te verduren, als we voor ons geloof uitkomen. We moeten ons geloof niet verstoppen.

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie