Zondag 28 september 2025 – 26e Zondag door het jaar

1e lezing: Amos 6,1a.4-7
Tussenzang: ps.146,7-10
2e lezing: 1 Tim.6,11-16
Evangelie: Lc.16,19-31
Leed willen zien
Het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus raakt ons recht in het geweten. Jezus tekent een wereld van contrasten: de één in luxe, de ander in ellende. Dag in, dag uit, ligt Lazarus voor de poort van de rijke man. Hij is niet ver weg, hij ligt vlakbij. En dat maakt dit verhaal zo scherp. Want het gaat niet om onwetendheid, maar om onverschilligheid. De rijke man ziet Lazarus niet. Of liever: hij wil hem niet zien.
Na hun dood keert de situatie zich om. De rollen zijn omgedraaid. Lazarus wordt getroost. De rijke man lijdt. En pas dan komt het besef. Hij vraagt Abraham om zijn broers te waarschuwen. Maar het antwoord is duidelijk: ze hebben Mozes en de profeten. Ze hebben alles al gehoord. Er is geen spectaculaire boodschap meer nodig.
De boodschap is bekend, nu is het aan ons om ernaar te leven. Dit evangelie is geen dreigement, maar een uitnodiging. Het roept ons op om wakker te worden voor de mensen aan onze poort. Wie ligt er in ónze buurt, letterlijk of figuurlijk, te wachten op aandacht, hulp, erkenning?
De vraag is niet óf we iets kunnen doen, maar of we bereid zijn te zien. God vraagt niet het onmogelijke. Hij vraagt ons om mens te zijn, met open ogen en een bewogen hart. In het kleine zit al het grote: een luisterend oor, een gedeelde maaltijd, een hand die helpt. Het verschil tussen de rijke man en Lazarus begint niet pas na de dood, maar in dit leven in hoe we kiezen, hoe we kijken, hoe we leven. Vandaag is de dag om te beginnen.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie