De verjaardag van het Credo
Tekst: Lic. Harry Quaedvlieg | Foto: Wikimedia
Credo in unum Deum’. Dit wordt elke zondag in menige katholiek kerk gezongen of in de Nederlandse variant gebeden. Weinig kerkgangers zullen zich ervan bewust zijn dat het Credo jarig is. Het is dit jaar precies 1700 jaar geleden dat de geloofsbelijdenis tot stand kwam. Althans, de eerste versie ervan. Dit gebeurde tijdens het Concilie van Nicea, een van de beroemdste kerkvergaderingen uit de geschiedenis, dat de ware goddelijkheid van Christus verankerde en vastlegde op welke zondag Pasen gevierd moet worden.
Aan het begin van de zomer van 325 komen ruim 300 bisschoppen op uitnodiging van keizer Constantijn bij elkaar in het keizerlijk buitenverblijf van Nicea, in het huidige Turkije. Niet lang daarvoor was de keizer door een visioen tot het christendom bekeerd en had hij in 313 een algehele godsdienstvrede afgekondigd. Voortaan zag Constantijn het als zijn opdracht om de Kerk van Christus te beschermen en naar zijn overtuiging zou haar eenheid vrede en voorspoed betekenen voor zijn keizerrijk.
Geen eenheid
De Kerk haalde opgelucht adem en genoot na jarenlange vervolging van deze nieuwe tijden van voorspoed. Toch, in de jaren na zijn bekering ontdekte de keizer dat de eenheid van de Kerk te wensen overliet. Bisschoppen bestreden elkaar omtrent de leer over Christus. Om daar een einde aan te maken, nodigde Constantijn in 325 alle bisschoppen van zijn rijk uit voor een algehele synode in Nicea. Vooral uit het oostelijk deel van het keizerrijk waren veel bisschoppen aanwezig. Voor hen was de afstand naar Nicea beter te doen, maar ook voelden zij de problematiek van een verdeelde leer meer dan hun westerse collega’s.
In het oostelijk deel van het Romeinse Rijk hadden oude theologische problemen uit de 3e eeuw omtrent de drievoudige voorstelling van de ene God en de goddelijkheid van Christus opnieuw de kop opgestoken. De Egyptische priester Arius ontkende de ware godheid van Jezus Christus en beschouwde Hem als eerste van de schepselen. Het aantal aanhangers van dat standpunt groeide, ook onder bisschoppen. Anderzijds waren juist vele gelovigen en collega-bisschoppen voor dit geloof dat Jezus Christus werkelijk God is, gestorven. Dit was dus geen theoretisch dispuut, maar een botsing van geloofsovertuigingen die alles te maken had met waar men voor wilde leven of sterven.
Voor de meerderheid van bisschoppen op het concilie van Nicea was het volstrekt helder dat de opvattingen van Arius niet orthodox en rechtgelovig waren. De argumenten om de ariaanse ketterij af te wijzen, waren evenwel verschillend. De volgelingen van de patriarch van Alexandrië beleden dat de Vader, de Zoon en de Geest drie goddelijke personen of naturen waren, maar voor hen waren de drie niet gelijk aan elkaar. Zij zagen de Vader als de grootste of de eerste.
Tegenstanders beschuldigden deze groep daarom af en toe van een geloof in drie goden. In ieder geval beleden zij – anders dan Arius – dat de Zoon hetzelfde goddelijke wezen of natuur bezat als de Vader. Om Arius te veroordelen, vormden zij een coalitie met de groep bisschoppen onder leiding van Marcellus van Ancyra (nu Ankara). Deze bisschoppen benadrukten sterk dat God één was. De Zoon en de Geest waren voor hen even goddelijk als de Vader, omdat zij een soort verschijningsvorm waren van de Vader, de ene ware God. Omdat de drie personen zo sterk in de goddelijke natuur met elkaar leken te versmelten, zeiden tegenstanders dat het leek dat God de Vader zelf aan het kruis leed en stierf. Hoe dan ook, ook deze bisschoppen konden de zienswijze van Arius principieel afwijzen, omdat de Zoon zeker geen schepsel was en niet minder dan God zelf.
Eerste Credo
Dat verschillende partijen elkaar vonden in de veroordeling van de arianen maar om onderscheiden redenen, zien we terug in de geloofsbelijdenis van Nicea. De tekst van dit eerste Credo is allereerst uitermate anti-ariaans. De relatie tussen de Vader en de Zoon wordt uitgebreid besproken en men stelt dat de Zoon is voortgekomen uit de Vader, uit het wezen van de Vader; dat de Zoon ware God is uit ware God, voortgebracht en niet gemaakt. Hij is ‘homo-ousios’ (van hetzelfde wezen) als de Vader.
Stuk voor stuk zijn dit uitspraken waar de arianen absoluut niet hun handtekening onder konden zetten. Tegelijk is het ook een soort compromistekst. Men verzuimt om de leer over de ene drievuldige God verder uit te diepen en staat toe dat elk zijn eigen uitleg en interpretatie van de tekst kan aanhouden. Met name de uitdrukking ‘van hetzelfde wezen’ zal in de decennia na het concilie van Nicea nog voor veel ophef zorgen.
Onoverzichtelijke tijd
De coalitiepartners van Nicea komen met regelmaat tegenover elkaar te staan en dat geeft ruimte aan de arianen om macht terug te pakken, de gunst van keizers te winnen, Niceense bisschoppen in diskrediet te brengen of bisschopszetels in te nemen. De situatie is nog onoverzichtelijker dan vóór Nicea. Tegen het jaar 360 resulteert deze strijd in het slechts denkbare compromis: de geloofsbelijdenis van Nicea wordt afgeschaft en vervangen door een vaag aftreksel dat slechts in algemene bewoordingen spreekt over het gelijken van de Zoon op de Vader. Daar had vast Arius nog zijn handtekening onder kunnen zetten!
Athanasius
En dan grijpt God op wonderlijke wijze in, mag je wel zeggen. Keizer Julianus II die in 361 aantreedt, is een heiden. De bisschoppen die eerder met keizerlijke steun het compromis hadden doorgedrukt, verliezen die steun nu. De bekende kerkvader Athanasius lukt het een nieuwe coalitie te creëren rond de originele tekst van Nicea. De nieuwe samenwerking van deze orthodoxe bisschoppen leidt uiteindelijk tot het concilie van Constantinopel in 381 waar de geloofsformule van Niceadefinitief wordt bevestigd. Op een paar kleine punten scherpen de daar aanwezige bisschoppen de belijdenis aan en breiden haar uit met de bevestiging dat ook de Heilige Geest het goddelijk wezen van God is, de derde persoon. Dit is het Credo, zoals wij het tot op de dag van vandaag uitspreken en zingen.
Het concilie van Nicea werd 1700 jaar geleden bij elkaar geroepen om de eenheid van de Kerk te bewaren. Daar werd de basis gelegd voor een geloofsbelijdenis die alle christenen van over de hele wereld tot op de dag van vandaag met elkaar verbindt. Ook werd tijdens dit concilie een besluit over één gezamenlijke paasdatum genomen. Tot die tijd volgden de kerken verschillende kalenders. Helaas is die eenheid weer verloren gegaan. Bij gelegenheid van de 1700e verjaardag van ‘Nicea’ hebben leiders van verschillende christelijke kerken – onder wie paus Leo XIV – onderstreept dat anno 2025 het oecumenische gesprek belangrijk is om te komen tot eenheid van geloven en vieren en het hervinden van het synodale karakter van de Kerk.

