Ruim 350 pelgrims uit heel Limburg – en zelfs daarbuiten – waren zaterdag 30 augustus naar Roermond gekomen voor een pelgrimsdag in het kader van het Heilig Jaar 2025. Na een eucharistieviering in de kathedraal maakten ze een pelgrimswandeling door de stad en bezochten ze diverse kerken en kapellen. Het was een stralende dag met veel ontmoetingen en getuigenissen van hoop.
Preek diocesane dag Heilig Jaar 2025
Rom 5,5-11; Lc 4,16-21
“Mgr. Lemmens kon het zich in de jaren 1950 niet voorstellen dat er een tijd zou komen dat mensen niet meer naar de kerk zouden gaan.” Deze opmerking maakte onze perschef in het geloofsgesprek van afgelopen zondag 24 augustus. Hij voegde daaraan toe – en dat is belangrijk: “Nú kunnen we ons niet voorstellen dat er een tijd komt dat de mensen wel naar de kerk gaan.” Het is maar net hoe je kijkt en wat je wilt zien. Wij kunnen de toekomst niet voorspellen. Ik verwacht volgend jaar geen grote veranderingen in het kerkbezoek. Daarvoor ben ik realistisch genoeg. De tijd van vroeger komt zeker ook niet terug. Maar we moeten altijd durven verwachten en durven hopen dat het geloof en de Kerk doorgaan.
Die hoop geven wij nu al gestalte door het geloof dat bij ons blijft, dat in ons aanwezig is, en dat we persoonlijk en gezamenlijk beleven. Die hoop geven wij gestalte door hetgeen wij doen voor anderen. Een van de verhalen van hoop van de website Beweging van hoop is een verhaal van een dochter van wie de vader dementerend is. Het sprak mij aan.
De dochter komt op de markt en vertelt er over aan een marktvrouw: “Hij woont inmiddels veilig in een verzorgingshuis. Dat voelt fijner voor ons, zijn kinderen. Maar nee hij heeft het daar niet naar zijn zin, elke dag wil hij naar huis, maar hij heeft geen huis meer.” De marktvrouw wuift de klaagzang van de dochter over het verzorgingshuis weg. Ze geeft haar een bakje aardbeien en adviseert met klem naar hem toe te gaan, zo vaak mogelijk. Omdat dat het enige is wat echt helpt. Zo komt het dat ik ’s middags bij mijn vader zit, hem meeneem naar een rustig plekje in de binnentuin van zijn afdeling. Daar zitten we samen, hand in hand. Het stond niet op mijn lijstje, maar het kwam er toch van. Dank je wel bijzondere marktmevrouw voor het advies en het ‘overhoop’ halen van mijn to-do list”, besluit de dochter.
Een eenvoudig verhaal van iemand die anders is gaan kijken. Niet meer: dit en dat heb ik nog te doen, ik hebt het druk, ik moet van alles afwerken, maar gewoon tijd nemen om bij de ander te zijn. Het is niet wereldschokkend, het levert niets op, maar je stelt wel een hoopvolle daad.
Paus Leo heeft ook een hoopvol teken gesteld. Zijn uitspraak over de situatie in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Israël heeft zijn volle aandacht. Hij dringt aan op een einde van de oorlog: “Ik vraag om vrijlating van alle gijzelaars, om een duurzaam staakt-het-vuren, om het vergemakkelijken van veilige toegang tot humanitaire hulp en om onbeperkte eerbieding van het humanitaire recht.” Hij doet hiermee een uitdrukkelijk beroep op de regering van Israël om te stoppen met de aanvallen in Gaza. Hij voegt daar aan toe – en dan wordt het iets politieker – dat hij het onverantwoord vindt dan het Palestijnse volk collectief gestraft wordt vanwege Hamas. Het is willekeurig geweld geworden. Een hoopvol teken in het oorlogsgebied Gaza is de aanwezigheid van katholieke en Grieks-orthodoxe priesters en religieuzen. Zij blijven hun medegelovigen nabij.
Ook het bouwen van een nieuwe Joodse nederzetting ten oosten van Jeruzalem waardoor er nooit meer een Palestijnse staat kan komen naast de staat Israël, kan niet rekenen op de goedkeuring van het Vaticaan. Het Vaticaan heeft altijd gekozen voor de twee-statenoplossing: Israël en Palestina als twee vrije naties naast elkaar. Het zijn uitingen van hoop in een hopeloze en wanhopige situatie. Het zijn noodkreten, tegen dovenmansoren gezegd. Maar hopen is doen wat je kunt, met daden, en anders met woorden. Tegenover wanhoop en ontmoediging moet hoop staan.
Hebr. 6,19: “De hoop is het veilige en vaste anker van onze ziel.” Rom 5,5: “De hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken.” Het woord ‘hopen’ heeft de associatie van onzekerheid en niet weten. Maar in de beide geciteerde Bijbelteksten blijkt het tegenovergestelde. Hoop betekent zekerheid, vast grond. Het is als met het woord ‘geloven’. Dat heeft ook de connotatie van niet zeker weten, maar dat is niet Bijbels. Geloven en hopen is even zeker als de liefde die je voelt en waar je ook niet aan twijfelt.
Moge de zekerheid van de hoop ons doen leven en actief in het leven doen staan.